…en die voor Mijn Woord beeft.

Jesaja 66: 2

 

BEVEN VOOR HET WOORD

Beven we nog voor Gods Woord?

Beleven we niet opnieuw – net als in de Middeleeuwen – een tijd, waarin kerk en theologie wel zullen uitmaken wat in de Bijbel geloofwaardig is en wat niet? We hebben ook vandaag Reformatie nodig, juist als het om het Woord gaat.

Verzet tegen het gezag van de Schrift leeft in elk mensenhart dat onbekeerd is. En ook zo dikwijls nog na ontvangen genade. Een mens wil zich niet laten gezeggen. Je moet zélf mogen uitmaken wat je wilt geloven en doen.

 

Luther

Het Woord kwam weer aan het woord in de Reformatie. Als de laatste en hoogste instantie waarop men zich kon beroepen. Sola Scriptura. ‘Het Woord – dat zult u laten staan, en niets daarbij verzinnen!’, zo klinkt het in één van Luthers liederen. Toen men Luther vroeg of hij niet onder de indruk was van het pauselijk besluit om hem in de ban te doen, antwoordde hij: ‘Welnee, want er staat geen woord uit de Bijbel in’. Die diepe eerbied voor het Woord is Luther zijn leven lang bij gebleven. Hij bracht de Bijbel dicht bij de mensen door deze te vertalen in hun taal. Het volk moest leven uit en bij de Bijbel.

Luther heeft geleerd om te beven voor het Woord van God, voor héél het Woord. Zowel de bedreigingen, als de beloften. Juist in de Bijbel had hij de bevrijdende ontdekking voor zijn des doodschuldige leven gedaan.

 

Het Woord uit Jesaja verplaatst ons in de tijd waarin de ballingschap bijna ten einde is. Ze zullen mogen terugkeren. De godsdienst van velen kwam echter niet voort uit een boetvaardig en verbroken hart.

Daarom zegt de Heere: “Op dezen zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest, en die voor Mijn Woord beeft.”

Niet alle beven is eender. Handen gaan soms bij het ouder worden beven. Een dief die op heterdaad betrapt wordt, siddert. Bij de wederkomst zullen de goddelozen beven van schrik. Over dat beven gaat het hier niet.

 

Heilig ontzag

Bedoeld is heilig ontzag, eerbied voor de hoogheid en majesteit van God. Wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied vrezen? Het is een met heilige eerbied vervuld zijn voor het Woord van de Heere. ‘Mijn ziel, herdenk met heilig beven….’ Het openbaart zich in een gewillig zich onderwerpen aan het Woord. Dan beven we vanwege de eisen. Want ze zijn zo terecht, al kan ik er niet aan voldoen. Wanneer zonde zonde wordt en schuld schuld, komt er een heilige vrees in ons hart. Je gaat erkennen: Ik heb God vertoornd door mijn zonden en heb de eeuwige dood verdiend. Je gaat zien, dat je tegen een goeddoend God hebt gezondigd. Maar dat is niet alles. Het Woord zegt meer!

 

Verwondering

Dan beven we voor het Woord, niet alleen vanwege de bedreigingen, maar ook vanwege de beloften. Kom dan, en laat ons samen richten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. (Jes. 1: 18) En Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. (Matth. 11: 28).

Dan beven we: zou ik op zo grote zaligheid geen acht geven? Dan beven we van verwondering: daar is vergeving. Ik mag met vrijmoedigheid tot de troon der genade gaan om barmhartigheid te verkrijgen en genade te vinden. Dat beven openbaart zich ook in een gewillig onderwerpen aan ál Gods geboden. Je aanvaardt dan niet alleen wat je goed uitkomt. Je wordt dan bang voor de zonde en je bidt: Heere, Gij hebt bevolen, dat men Uw geboden zeer bewaren zal, och, dat mijn wegen gericht werken om Uw inzettingen te bewaren.

Wie niets meer heeft, waarmee Hij voor God kan bestaan en hoort dat er een middel is om de welverdiende straf te ontgaan, die beeft. Beeft van verwondering. Dan worden we klein onder de goedertierenheden des Heeren en komt er vreugde in het hart vanwege het feit dat er om Christus genade is voor de grootste der zondaren. Welgelukzalig het volk, dat het geklank kent.

 

Zo gij Zijn stem hoort

Hoe is het met u en met jou? Gods bedreigingen ontroeren niet? Zijn beloften troosten niet? Onderzoek de Schriften. Dat is het middel dat de Heilige Geest gebruikt om te brengen tot heilig beven in verwondering. Of zijn we er te druk voor? De rijke man sloeg zijn ogen op zijnde in de pijn. Te laat om nog naar Mozes en de profeten te luisteren. Wat zullen we dán beven van schrik! ‘Zo gij Zijn stem dan heden hoort….’

 

….die voor Mijn Woord beeft. De Heere zegt: op dezen zal Ik zien. Wie dat volk aanraakt, raakt Gods oogappel aan. Zó heeft de Heere Zijn volk in het oog: vraag maar: ‘zie op mij in gunst van boven.’ Dat is de taal van een boeteling die pleit. Gods ogen zijn te zien in Zijn Woord. Mijn oog zal op u zijn. ‘Hij slaat toch schoon oneindig hoog op hen het oog, die ned’rig knielen.’ Dan beef ik van verwondering: dat die Hoge, Heilige Verheven God mij arme, ellendige zondaar wil aanzien. ‘Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbare Woord.’

 

Ds. R. Kok