De liefde zoekt zichzelf niet (1 Kor.13:5b)

Bekende woorden, maar wel de meest moeilijke in ons leven.
Onmogelijk om jezelf niet te zoeken; wat is de mens van huis uit zelfzuchtig!

Waarom zegt Paulus dan toch deze tekst?
Omdat alle dingen mogelijk zijn bij God! Mogelijk door wedergeboorte door de Heilige Geest.
Ten diepste mogelijk door Jezus Christus. Heel Zijn leven was: Hij zoekt Zichzelf niet!
Denk maar aan wat er staat in Filipp. 2: Die in de gestaltenis van God zijnde, het geen roof geacht heeft, Gode even gelijk te zijn, maar heeft Zichzelf vernietigd, de gestalte van een dienstknecht aangenomen hebbende…heeft Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden tot de dood, ja de dood van het kruis.
Door Hem alleen is het mogelijk dat eigen-eer zoekende mensen zichzelf niet meer gaan zoeken.
Alleen in verbinding met Christus ontvangen mensen de gezindheid van Christus.

In de omgang met Hem wordt geleerd: Wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij. Achter Christus aan wordt geleerd om zichzelf niet meer te zoeken.
Van alle kanten wordt ons toegeroepen: Doe wat je fijn vindt, doe wat je lekker vindt.
Iemand vraagt: maar je mag toch wel jezelf verzorgen?
Er staat toch dat we onze naaste zullen liefhebben gelijk onszelf? Dat is waar, maar dat betekent ook zoveel als jezelf zo verzorgen, dat je in staat bent om er voor de ander te zijn.

In de Griekse mythologie was er Narcissus, die in de waterspiegel zijn eigen schone gestalte zag, maar hij verstarde dan ook en werd in zijn verliefdheid op zichzelf verteerd.
Zo zijn er mensen die als een narcis enkel oog hebben voor zichzelf. Overal en altijd eigen voordeel zoeken en eigen genoegens.Als het hen maar goed gaat. Zelfs in het klagen draaien zij om zichzelf.
In het leven der liefde, in het leven uit God, zoekt men niet meer zichzelf, maar de eer van God en het welzijn van de naaste. Ik ben er om God en voor de naaste.

Ook in het werk van de bekering in ons leven bekeert de Heere ons wel persoonlijk, maar niet individueel, los van onze naaste. De Heere werkt niet los van de gemeenschap met elkaar.
Sprak Christus niet: Wie zijn leven, zal willen verliezen, die zal het behouden.?
Maar wie zijn leven, zal willen behouden, die zal het verliezen.

In het zien op Christus leren we wat zo heerlijk in het Avondmaalsformulier staat: Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven. Hij gaf Zichzelf en daarin redde Hij zondaren.
Vanuit Hem geleerd, zingen wij: Neem mijn leven, laat het Heer’toegewijd zijn aan Uw eer.
Onze tekst is 4maal ZN. Vier keer z,(zij zoekt zichzelf en een keer n.niet)
Waar we de ander zoeken komt de mens weer tot zijn eigenlijke bedoeling.
Paulus mocht belijden: Ik acht op geen ding, noch houdt mijn leven dierbaar voor mijzelf, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen.
In de weg van ootmoed en vernedering worden we gevormd naar het beeld van Christus.
Van de Hebreeuwse grammatica kunnen we veel leren, want het is ook de bijbelse en door de Geest geïnspireerde les voor ons leven.

In tegenstelling tot onze grammatica begint de Hebreeuwse met: Hij en dan jij en dan ik.
In de westerse wereld is het Ik, jij, hij. God leert ons ook: eerst Hij, dan jij en tenslotte ik.
Hij moet wassen en ik minder worden.

A.K.Wallet