Meditatie

 

WAAR ZIJT GIJ?

 

De adventstijd is weer aangebroken. We herdenken weer de komst van Christus in het vlees. Het is goed om stil te staan bij de opzoekende liefde van de Heere.

Direct na de zondeval zoekt de Heere Adam en Eva op. God laat Adam niet met rust. Hij wekt hem op uit zijn roes der zonde. Waar zijt gij? Dat is een ontdekkende vraag van de Rechter. De Rechter van hemel en aarde laat zien hoe ver de mens van zijn plaats is. Hij is namelijk van God afgevlucht zonder hoop op behoud.

Het is een machtig wonder dat de Heere niet zegt: Ik wil je nooit meer ontmoeten. De mens kan niet anders verwachten dan dat God het vonnis zal voltrekken. Want de vraag: Waar zijt gij? is een vraag waarin de Heere het onderzoek aankondigt. De Heere wil Adam laten zien dat al zijn vreugde is vergiftigd. Dat hij van een koningskind een kind van satan is geworden. Adam zal moeten erkennen dat hij tegen de Heere gezondigd heeft.

Dat moeten wij ook leren. Vraag of de Heilige Geest u laat zien hoe diep u gevallen bent. De Heere roept nog steeds in de prediking: Waar zijt gij? En dan is onze reactie –net als van Adam en Eva– vluchten. We trachten de Rechter te ontvluchten. We verschuilen ons achter wat bladeren. Maar onze schuilplaats redt ons niet van de eeuwige dood. De Heere roept u om tevoorschijn te komen. Waar zijt gij?

Belijd uw zonde en schuld voor het te laat is! Bid: Heilige Geest, leer mij mijn zonde niet te verkleinen, maar oprecht te belijden. Wie dit door genade mag doen, zal ontdekken dat de Rechter ook een Ontfermer is. Hij is barmhartig en genadig.

De barmhartige Heere zoekt een naamloze op. Is het u wel eens opgevallen dat God Adam niet meer bij zijn naam noemt? Er staat niet: Adam, waar zijt gij? Maar: Waar zijt gij?

Adam betekent mens. Die naam kan hij eigenlijk niet meer dragen. Hij is een gevallen mens. Het beeld Gods ligt in scherven. Wij allen hebben onze naam verspeeld. Dat wil de Heere ons in die indringende vraag leren. Er is er slechts Een die de naam van mens met ere draagt. Dat is de Heere Jezus. Zie dé Mens!

Zonder de Christus die komen zou, kon er geen sprake zijn van een zoeken in ontferming. Dan had Adam alleen de stem van de Rechter gehoord en zijn doodvonnis vernomen. O wonder, de Heere laat in de vraag: Waar zijt gij? de adventsklokken luiden. Liefelijk evangelie van genade door recht. Christus, de tweede Adam, ging in de plaats van Adam staan. Hij is nooit weggekropen voor Zijn Vader. Hij heeft werkelijk doorleefd wat zonde en schuld is. Heel Zijn leven lang, maar met name in de laatste periode in Zijn leven in de hof van Gethsémané werd Hij door de soldaten opgezocht. Hij verborg Zich niet toen naar  Hem gevraagd werd. Hij zei: “Indien gij dan mij zoekt, laat dezen (de discipelen) henengaan.” Wat een ontfermende liefde.

De adventsklokken luiden. Hoort u Gods stem? Waar zijt Gij? Hier ben ik, roept Christus. Wat een bewogenheid van deze tweede Adam. Heeft Hij niet duidelijk van Zichzelf getuigd: De Zoon des Mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Verloren zondaar. De Heere roept u. Waar zijt gij? Heeft de bewogenheid van de Heere wel eens indruk op u gemaakt? Is uw hart wel eens verbroken onder zoveel liefde voor een goddeloze? Wie nooit antwoord leert geven op die roepstem wordt voor eeuwig buiten de Heere en Zijn gemeenschap gesloten.

Roep Hem aan, Heere, leer mij komen en U eren. Doe mij door genade met al Uw kinderen de naam van Sions kinderen dragen.

 

Ds. G.J. Capellen.